
50 jaar geleden doken de eerste windsurfboards op, aan Hotel La Réserve te Knokke-Heist. Het gerenommeerde 5 sterren hotel wilde op die manier een exclusieve watersport aanbieden aan hun cliënteel, dat de jaren daarvoor had kunnen proeven van het waterskiën op datzelfde meer.
Gedoopt de “Windsurfer”, een concept dat reeds in 1966 gepatenteerd werd door de heren Hoyle Schweitzer en Jim Drake (USA). De ene was een surfer en de andere een zeiler, dus het leek hen wel een leuk idee om een combinatie tussen de twee te ontwerpen. Na enkele jaren uitproberen en het vervaardigen van meerdere prototypes rolde in 1970 de allereerste “windsurfer” van de band. Een 25 kg zware polyethyleen plank met in het midden een houten zwaard, achterin een plastieken vin, en erbovenop een tuig dat met koorden opgespannen werd: de houten mastvoet werd gewoon in de plank geschoven, met daarop een mast waarover het zeil geschoven werd, dat op zijn beurt opgespannen werd door een eveneens zware teakhouten giek, waarmee de surfer het geheel onder controle diende te houden.
Zo ook dus deze nieuwe watertuigen aan Hotel La Reserve, waar ze in eerste instantie niets anders konden doen dan bij onze Noorderburen aankloppen om te weten te komen hoe je alles mooi optuigt en meer nog: hoe je ermee vooruit geraakt, draait en ook…stopt. De man in kwestie noemde Gerard Moeken en daar hij in de beginne geen enkele klant mocht verwelkomen zag hij zich genoodzaakt om beroep te doen op twee tieners die dag in dag uit in het water van het Zegemeer te vinden waren… Tom Vandenbussche en Frank Vanleenhove woonden elk in hun ouderlijke woning aan de oevers van het meer, hadden er leren zwemmen van hun ouders en hadden niets liever dan eens een kans te krijgen om dergelijke plank uit te proberen…Dus zo gezegd zo gedaan, en na enkele pogingen gepaard gaande met veel vallen en opstaan, voeren ze na een tijdje allebei lustig heen en weer op het Zegemeer.
Een goeie zet zo bleek, want nadat de oevers eerst bevolkt waren met toeschouwers kwam het cliënteel vanaf dan massaal opdagen. In die zin zelfs dat Tom (toen 12 jaar) en Frank (toen 13) dagelijks ingeschakeld werden om een handje toe te steken en aldus de vakantie van hun leven mee te maken met als bonus dat ze een nieuwe watersport naar hartenlust konden beoefenen.
Geen van beide kon vermoeden dat hun nieuwe passie de rest van hun leven voor een groot deel ging meebepalen: Tom werd later “Chef de Planche à Voile” en reisde met Club Med de wereld rond, en Frank stortte zich op het wedstrijdgebeuren, werd in 1980 Belgisch Kampioen en was in 1982 medestichter van de eerste echte windsurfingclub aan de Belgische kust “Channel Surfing Club” om dan vervolgens in 1988 werk te maken van het uiteindelijke Surfers Paradise op het strand van Knokke-Heist.
Koop je alltime souvenir – onze 50Y Tshirt: klik hier
Boek je Windsurf BBQ voor het gratis concert van Surfer Joe

Booming Business
Uiteraard onderging het windsurfen sindsdien een totale metamorfose. Nieuwe merken en producten staken de kop op en de sport werd pas helemaal populair toen duidelijk werd dat ook alle wereldzeeën en oceanen geschikt waren om van wal te steken. Nieuwe merken zoals Mistral, Bic, Alpha, Sailboard, Hifly, Dufour, Windglider, ja zelfs onze eigenste Browning, veroverden de markt en brachten voor elk wat wils. Het driehoekige zeil kwam ervan af dan in alle gedaanten, maten en kleuren en ook het gewicht en grootte van de planken zelf werd aangepast aan de wensen van de gebruiker, en vooral aan de verschillende weers- en windomstandigheden. Vooral gedurende de jaren 80 bereikte de sport ongeziene hoogtepunten en gingen er wereldwijd honderdduizenden planken over de toonbank.
Overal werden competities georganiseerd, verschillende klassen zagen het levenslicht en in 1884 werd het Windsurfen Olympisch op de spelen van Los Angeles. Het hek was helemaal van de dam toen wonderkind Robby Naish uit Hawaii de wereld veroverde met metershoge sprongen, en het rijden van metershoge golven op kleinere planken. Windsurfen bereikte een nieuwe dimensie, de wedstrijden lokten tienduizenden toeschouwers en deze nieuwe “funboard” trend zorgde opnieuw voor booming business, het was alsof de sport zichzelf opnieuw had uitgevonden.
Deze technische (carbon)revolutie bracht met zich mee dat de prijs van het materiaal zienderogen de hoogte in ging en dat ook het imago van de sport enigszins verkeerd ingeschat werd. Je hoorde er niet echt meer bij als je rustig tot aan de overkant van de plas geraakte tenzij je op zee bij minimum windkracht 6 metershoge sprongen deed. Een evolutie die de sport geen deugd deed want het leerproces waar je door moet is lang en strookt niet echt met dat imago.
Neem daar nog eens de intrede bij van het kitesurfen in 1999: makkelijker aan te leren en minder wind nodig en je weet dat vanaf de jaren 2000 een neerwaartse windsurf-trend het resultaat was.
Voor wat betreft de fabrieken waren er gelukkig ondertussen overal ter wereld op de meest winderige locaties windsurfcentra die elk jaar alle bezoekers op en top materiaal aanboden. Een zegen voor de luchtvaartmaatschappijen die ondertussen het gesleur met zware boardbags ook wel gehad hadden.
lees verder: 50 jaar Windsurfen in Belgie
Lees ook: Een halve eeuw windsurfen in Knokke-Heist: het lokaal verhaal